Of je nu een auto koopt van € 5.000 of een auto van € 50.000 euro, in allebei de situaties is het vaak een uitgave die je niet zomaar opnieuw kunt doen. Het is dan fijn om een verzekering af te kunnen sluiten die in geval van schade er voor zorgt dat de auto wordt gerepareerd of dat je (een deel van) de waarde terugkrijgt.
Bij een autoverzekering ben je sowieso verplicht om minimaal een WA (wettelijke aansprakelijkheid) dekking af te sluiten, maar deze kan uitgebreid worden met een casco/allrisk dekking. Deze verzekering biedt dekking voor alle van buiten komende schades, zoals brand en diefstal, maar ook op het moment dat je net dat paaltje over het hoofd hebt gezien of je auto door wat voor reden dan ook volledig kapot is. Op dat moment vergoedt een verzekeringsmaatschappij de schade aan de auto.
Ook op het moment dat de schade niet jouw schuld is, is een casco dekking handig. De verzekeringsmaatschappij vergoed namelijk altijd je schade en gaat daarna zelf aan de slag om de schade te verhalen, terwijl bij een beperktere dekking je dit zelf of via een rechtsbijstandverzekering moet (laten) doen.
